De transitievergoeding moet worden besteed aan investeringen in van-werk-naar-werkbegeleiding, loopbaanbegeleiding en/of ontwikkeling, zoals scholing en coaching, direct aansluitend aan ontslag of in de twee jaar daarna.
De Wet Werk en Zekerheid kent een transitievergoeding, die in de geest van de wet bedoeld is om de transitie naar nieuw werk te bevorderen, maar in de praktijk vaak wordt ingezet om de uitkering aan te vullen, schulden af te betalen, dagelijkse uitgaven te doen of de spreekwoordelijke dakkapel te bouwen. In een tijd die vraagt om meer investeringen in duurzame inzetbaarheid, ligt het voor de hand om de vergoeding bij ontslag te oormerken voor investeringen in de transitie. De ervaring leert dat mensen het rendement van investeringen in van-werk-naar-werk of duurzame inzetbaarheid op langere termijn onvoldoende zien. Dat pleit voor het oormerken van de vergoeding. Daar waar collectieve afspraken worden gemaakt over de inzet van de vergoeding ten behoeve van de transitie gaan die afspraken voor. Voor mensen die niet meer beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt vanwege pensionering is de vergoeding niet geoormerkt. Mensen die direct aansluitend een nieuwe baan vinden, kunnen hun transitievergoeding in de twee jaar aansluitend inzetten voor ontwikkeling, coaching, bij- en nascholing, loopbaanbegeleiding of andere investeringen in duurzame inzetbaarheid.
Voor meer informatie Themadossiers Transitievergoeding, Leven lang ontwikkelen, Van werk naar werk en Duurzame inzetbaarheid.