UWV, Verbond van Verzekeraars en OVAL starten in samenwerking met Kwaliteit op Maat (KOM), Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Platform Private Uitvoerders Sociale Zekerheid (PPUSZ) een proef met versnelde WIA-beoordelingen. In deze proef wordt een betere samenwerking tussen bedrijfs- en verzekeringsartsen onderzocht. Er wordt gekeken hoe de informatie van bedrijfsartsen kan dienen als basis voor de (eind)beoordeling van de verzekeringsarts van UWV. Het mes snijdt hier aan twee kanten: onderzocht wordt hoe verzekeringsartsen cliënten sneller kunnen beoordelen, waardoor werkgevers en werknemers minder lang in onzekerheid zitten. UWV en de private partijen zien veel potentie in deze samenwerking.
Wachttijden WIA- beoordelingen
UWV kampt al langere tijd met een toename van het aantal mensen dat een WIA-uitkering aanvraagt. De wachttijden voor de WIA-beoordelingen zijn al te lang. Dit levert veel onzekerheid op zowel voor mensen die langdurig ziek zijn als voor werkgevers. De verwachting is dat als we niets doen de achterstanden de komende jaren toenemen tot 100.000 in 2027 en mogelijk oplopen tot 200.000 in 2030.
Proef samenwerking
Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van het arbeidsongeschiktheidsstelsel starten UWV, Verbond van Verzekeraars en OVAL in samenwerking met Kwaliteit op Maat (KOM), Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Platform Private Uitvoerders Sociale Zekerheid (PPUSZ), in het eerste kwartaal van 2026 een proef. Hierbij wordt onderzocht hoe gericht verzamelde informatie van de bedrijfsarts, de beoordeling door de verzekeringsarts -binnen de bestaande wettelijke kaders- kan versnellen.
Bij een beoordeling wordt gekeken of iemand nog kan werken en welke beperkingen er eventueel gelden. Als een werknemer, de werkgever en de bedrijfsarts het eens zijn dat de werknemer niet kan werken, kan een goed voorbereid dossier efficiënter worden beoordeeld. Met deze werkwijze kunnen verzekeringsartsen deze cliënten sneller beoordelen.
Bij succesvolle resultaten van deze werkwijze krijgen werknemer en werkgever sneller duidelijkheid en wordt de beschikbare capaciteit van verzekeringsartsen beter benut. Doordat verzekeringsartsen binnen deze beoogde werkwijze minder tijd nodig hebben voor de beoordeling van deze cliënten, hebben zij meer tijd voor andere beoordelingen. UWV en de betrokken private partijen gaan met deze proef dan ook onderzoeken welk deel van de WIA-aanvragen in de nabije toekomst op deze manier behandeld kunnen worden. Daarnaast voorkomt deze werkwijze dat werknemers onnodig vaak dezelfde informatie moeten verstrekken aan verschillende artsen. Uiteraard behouden werknemers de mogelijkheid om toch een reguliere beoordeling van een verzekeringsarts te vragen.
In alle gevallen blijft het oordeel over of en hoeveel iemand nog kan werken bij UWV liggen. Dat is wettelijk zo bepaald. Bedrijfsartsen zijn verantwoordelijk voor het beoordelen en bevorderen van de gezondheid, inzetbaarheid en re-integratie van werknemers binnen een organisatie.
In de loop van 2026 hopen UWV en de betrokken private partijen duidelijkheid te kunnen geven over de resultaten van deze proef en de vervolgstappen.
