Bij faillissement of bedrijfsbeëindiging of einde van werkgeverschap van een eigenrisicodrager voor de WGA draagt de garantsteller (een bank of verzekeraar) de financiële lasten van de WGA-uitkering. Echter, de re-integratieverantwoordelijkheid voor WGA-gerechtigden ligt echter vanaf het moment van faillissement, bedrijfsbeëindiging of einde werkgeverschap bij UWV. Dat is echter niet wenselijk. Het is juist belangrijk dat re-integratie als die al gestart is door verzekeraars kan worden gecontinueerd of als er nog geen start is gemaakt, dat alsnog gedaan kan worden. Dit is uiteindelijk ook in het belang van de werknemer.
In het afgelopen jaar hebben het ministerie van SZW, UWV, het Verbond van Verzekeraars en OVAL hier gezamenlijk een oplossing voor bedacht. Dat heeft geleid tot een convenant tussen UWV en de verzekeraars om het starten of continueren van re-integratie mogelijk te maken.
In de Kamerbrief beschrijft de Minister het convenant en de bijdrage van OVAL in het proces.
Alle partijen zijn blij dat het gelukt is om hier een goede werkwijze voor te ontwikkelen, die bijdraagt aan zo veel mogelijk re-integratie van werknemers. Overigens kan een traject alleen met medeweten en instemming van de betreffende WGA-gerechtigde worden voortgezet of gestart. Ook kan een WGA-gerechtigde te allen tijd aangeven te willen stoppen met het re-integratietraject. Daarop zal UWV de re-integratie weer overnemen. Het convenant tast geen rechten van WGA-gerechtigden aan. Voor OVAL-leden betekent dit dat trajecten niet vanwege een faillissement hoeven worden afgebroken.
De afspraken zullen in werking treden op 1 januari 2018
Bron: OVAL